Ome Joe in Europa
Deel 3: Het Biden-effect op de Trans-Atlantische economie
Misschien ken je het gezegde wel: als Amerika niest, dan wordt de wereld verkouden. Het is een uitspraak die vaak wordt gebruikt om te illustreren hoeveel impact dat land heeft op de wereldeconomie. Denk er maar eens over na: Netflix, Google, Amazon, McDonalds, Starbucks, Apple, Facebook, Microsoft, Disney. Waarschijnlijk kun je zelf ook nog wel een hele rits aan Amerikaanse bedrijven benoemen wiens producten ook in Nederland tot het spreekwoordelijke meubilair behoren.
Economische suprematie
De Verenigde Staten, of je dat nou helemaal fantastisch of helemaal ruk vindt, is de nucleus van de wereldeconomie. Het land heeft ’s werelds grootste economie, ’s werelds grootste bedrijven en, by far, de belangrijkste munt op aarde: de dollar. Vooral dat laatste is van enorm belang omdat de dollar de reservemunt is van de wereld. Meer dan 61% van alle geld reserves wereldwijd bestaan uit Amerikaanse dollars. Waarom? Omdat de Amerikaanse economie naast de grootste ook wordt gezien als één van de meest stabiele economieën ter wereld. Ondanks de torenhoge Amerikaanse staatsschuld (27 biljoen, dat zijn twaalf nullen!) en het lukraak bij printen van dollars door de Federal Reserve blijft het opkopen van Amerikaanse staatsobligaties voor heel veel landen en banken de veiligste manier om hun eigen geld veilig te stellen. Exact, veel van onze geldreserves bestaan uit Amerikaanse staatsschulden. Als Amerika niest, dan worden wij dus inderdaad verkouden. De financiële crisis van tien jaar geleden was daar een mooi voorbeeld van.
Dat wil niet zeggen dat wij hier in Europa volledig zijn overgeleverd aan het welzijn van de Amerikaanse economie. Wij exporteren zelf namelijk ook een hoop naar de andere kant van de Atlantische sloot. Sterker nog: ondanks dat de Amerikaanse economie een tikkeltje groter is dan die van de Europese Unie exporteren wij veel meer naar de Verenigde Staten dan andersom. Om het even voor je in cijfers uit te drukken: in 2019 was de totale export vanuit de Europese Unie naar de Verenigde Staten goed voor € 385,4 miljard. De totale Amerikaanse export naar de Europese Unie bedroeg in datzelfde jaar een schamele €232 miljard. Stelletje losers daar in Amerika!
Dat is in ieder geval hoe één man het opvatte. Je kan vast wel raden wie dat is. Hint: hij heeft oranje schmink en een toupetje op.
Tarieven-moddergevecht
Van alle facetten die de Amerikaans-Europese relatie op het gebied van economie behelst, focust Trump het meest op onze ongelijke handelsbalans. We hebben allemaal wel eens gehoord van Trump’s America First geblèr. Nou, in beleidstermen doelt hij daarmee dus hier op. Hij wil de handelsbalans met Europa (en veel andere landen) in Amerika’s voordeel herijken.
Beschuldigingen dat Europese landen oneerlijke staatssteun verlenen aan bedrijven (zoals vliegtuigbouwer Airbus) vlogen al gauw in de rondte. Vorig jaar werden er dan ook heel wat Europese producten en bedrijven getrakteerd op tariefverhogingen of importtarieven van 25%. Bij ons in Nederland waren het met name Tata Steel en toeleveranciers van de auto-industrie die de Sjaak waren. Uiteraard reageerde de Europese Unie met een eigen reeks aan tarieven op Amerikaanse producten. Zo kreeg onder meer de iconische motorbouwer, Harley Davidson, het moeilijk in Europa.
Te midden van dit tarieven-moddergevecht treedt Joe Biden over een maand aan als nieuwe president van de Verenigde Staten. Europese leiders waren er als de kippen bij om een wit voetje te halen bij de president-elect. Ze proberen Biden onder meer over te halen om de hoge tarieven van zijn voorganger terug te draaien. Nu bleek in mijn vorige twee artikelen over Biden’s buitenlands beleid gebleken dat Ome Joe een behoorlijke Trans-Atlantofiel is. Het optimisme onder Europese landen over het vooruitzicht van Biden als president is dan ook te begrijpen. Zeker ook omdat economen hebben doorgerekend dat Biden’s plannen beter zijn voor de Europese economie dan de plannen van Trump. Even heel kort samengevat: Biden wil meer geld in de economie pompen dan Trump en dat betekent dat Amerikanen meer Europese producten zullen importeren. Daartegenover staat wel dat staatsschuld harder zal groeien onder Biden.
Opsplitsing van de tech-reuzen?
Er is dus een kans dat (een deel van) de tarieven zullen worden teruggedraaid. Toch moeten we een slag om de arm houden. Allereerst is het gesteggel over Europese staatssteun aan bijvoorbeeld Airbus niet nieuw. Al decennialang zijn de Europese vliegtuigbouwer en haar aartsvijand uit Seattle (Boeing, dat trouwens ook staatssteun ontvangt) verwikkeld in een strijd om luchtvaartdominantie. Nu de luchtvaartsector in zwaar weer verkeert kan het zijn dat Biden tarieven niet eens zo’n gek idee vindt. Daarbovenop komt dat Boeing nog steeds de klappen incasseert van het 737 MAX debacle.
Daarnaast heeft de Europese Unie de druk op Amerikaanse tech-giganten, zoals Google en Facebook, enorm opgevoerd. Er wordt zelfs gesproken over de mogelijkheid dat deze pareltjes van de Amerikaanse economie zich onder druk van de Europese Commissie moeten gaan opsplitsen. De schrikbarende monopoliepositie van deze bedrijven in Europa druist namelijk in tegen de normen en waarden van de Europese Unie. We hebben het immers over Amerikaanse bedrijven die data verzamelen over alle facetten van ons dagelijks leven en daaraan verdienen.
Het zes jaar lang uitdelen van torenhoge boetes door de Commissie heeft vooralsnog weinig effect gehad. Google, Facebook en andere tech-bedrijven blijven belangrijke privacyregels pertinent overtreden. Opsplitsing wordt in de Europese Unie gezien gezien als een laatste redmiddel. Maar wel eentje die steeds steeds meer als een serieuze optie wordt beschouwd. Om de toegang tot één van de meest lucratieve markten ter wereld te behouden is de kans groot dat zelfs de machtigste bedrijven op aarde in dit geval voor de Europese Commissie moeten zwichten.
De Europese Commissie is overigens niet de enige instantie die opsplitsing overweegt. Ook een commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden kwam afgelopen oktober met een aanbeveling om de grootste techbedrijven op te splitsen. Nu Joe Biden president-elect is van de Verenigde Staten is de kans dat dit zich zal voltrekken echter een stuk kleiner dan onder Trump. Dat heeft vooral te maken met de relatie tussen Silicon Valley en de politiek.
Zonder uitzondering zijn alle techbedrijven namelijk Democratische bolwerken met progressieve idealen (hoewel de praktijk achter de schermen heel wat minder progressief is). De relatie tussen tech-bedrijven en de Democratische Partij is dan ook van oudsher goed geweest. De verwachting is dat Biden de belangen van deze bedrijven daarom op internationaal niveau zal beschermen. Dat betekent dat de positie van Amerikaanse tech-bedrijven in Europa een groeiend punt van discussie en diplomatieke inspanningen zal vormen. De kans dat dit door Washington als munitie wordt ingezet bij de tariefonderhandelingen is dan ook aanwezig.
Gebrek aan commitment
Bottom-line is echter wel dat Biden een terugkeer naar gezonde Trans-Atlantische banden belangrijker vindt dan gesteggel over tarieven. Het steeds machtiger wordende China, wiens economie de Amerikaanse en de Europese zonder twijfel zal inhalen qua grootte, kan alleen in bedwang worden gehouden wanneer de Verenigde Staten en Europa een sterk bondgenootschap vormen. En dit zal, zoals ik eerder heb geschreven, de nummer 1 prioriteit van de Verenigde Staten worden. Ongeacht welke president er aan de macht is. Biden zal tarieven op Europese producten dus enkel intact laten wanneer dit de verhoudingen met Europa niet teveel schaadt. Daarbij komt kijken dat een toenemend aantal progressieve Democraten kritisch staat tegenover de groteske machtspositie de tech-reuzen.
Wat Amerika echter vooral nodig heeft om de Europese bondgenoten ervan te overtuigen dat ze back in business zijn is commitment. Daar gaat Biden op belangrijke fronten tekort schieten is mijn verwachting.
Hoezo dan? Vraag je je misschien af. Hoe kun jij nu al voorspellen dat Biden niet genoeg commitment heeft om de Trans-Atlantische relaties te herstellen?
Nou dat zal ik je vertellen. Het probleem ligt in dit geval niet bij Biden, maar bij de positie waarin hij zich vanaf januari gaat bevinden. Biden heeft namelijk een te kleine meerderheid in het Amerikaans Congres om duurzaam beleid te voeren.
Voor veel van zijn plannen zal hij geen steun in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat (gezamenlijk het Congres). Als Biden beleid in gang wil zetten dan zal hij zich moeten beroepen op een zogeheten executive order. Hiermee kan hij zonder goedkeuring van het Congres beleid ratificeren. Tegen een hoge prijs. Wetgeving dat per presidentieel decreet is ingevoerd is namelijk van beperkte duur. Het kan te allen tijde worden veranderd of ingetrokken door de president. Niet heel duurzaam dus.
Amerika terug in de Klimaatakkoorden?
Voor het verhogen of verlagen van handelstarieven is dit niet eens zo’n groot probleem. Het is echter wel een probleem als je bondgenoten ervan wilt overtuigen dat Amerika zich weer als leider van het Westen zal opstellen. Bijvoorbeeld door de klimaatopgave serieus te nemen. En daar schuilt het grote gevaar voor Biden. Ome Joe zal zijn land in de eerste weken of maanden van zijn presidentschap namelijk weer laten aansluiten bij de Klimaatakkoorden van Parijs. Als de president-elect een meerderheid in het Congres kan vinden om dat te doen. Dan is die terugkeer voor onbepaalde duur en bovendien heel moeilijk voor een volgende president om weer terug te draaien.
Het probleem is echter dat Biden dit misschien niet via die weg voor elkaar krijgt. Als hij op 5 januari in de staat Georgia geen twee Democratische Senaatszetels weet te verzilveren dan zal Biden via een executive order moeten terugkeren in het Klimaatakkoord. Als de verkiezingen van 2024 worden gewonnen door een Republikein (misschien wel Trump!) dan kan het zomaar zijn dat Amerika zich voor een tweede keer terugtrekt uit het Klimaatakkoord. De reden waarom Trump dit überhaupt de eerste keer kon doen was omdat Barack Obama – bij gebrek aan een meerderheid in het Congres – Amerika’s aansluiting bij de Klimaatakkoorden van Parijs enkel kon realiseren via een executive order. Als Biden zich wederom aansluit bij de Klimaatakkoorden middels een dergelijke order wordt het voor hem letterlijk en figuurlijk moeilijk om een duurzame vertrouwensband met de Europeanen op te bouwen.
Nu denk je misschien: Merijn, waarom ben je opeens aan het ouwehoeren over klimaatpolitiek. Dat heeft toch niets met de economische impact van Amerika op Europa te maken?
Jazeker wel beste lezer. Voor de economische relatie tussen Europa en de Verenigde Staten is de Klimaatakkoorden van Parijs namelijk van enorm belang. Deze Klimaatakkoorden zijn namelijk een globaal commitment om onze wereld klimaatneutraal te maken tegen het jaar 2050. Dat betekent dat alle facetten van onze economie zich zullen (moeten) toespitsen op verduurzaming. Het is dan ook niet overdreven om te zeggen dat de Parijs Akkoorden in de aankomende decennia de basis zullen vormen voor de wereldeconomie.
Even voor je beeldvorming: elk soeverein land – zelfs Noord Korea – heeft zich in meer of mindere mate aangesloten bij het Klimaatakkoord. Als gevolg daarvan heeft elke overheid, elke multinational en vrijwel elke toonaangevende organisatie duurzaamheid en klimaat prominent aangestipt in haar beleidsplannen. Dat houdt in dat het terugdringen van broeikasgassen een grote factor zal spelen in de technologieën en innovaties van de toekomst. Anders kun je als bedrijf namelijk fluiten naar die grote overheidsorder.
De Verenigde Staten is dus momenteel het enige land ter wereld dat het verdrag niet onderschrijft. Laat dat maar even bezinken.
Ramp of kans?
Voor het welzijn van de wereld en dus ook voor ons Nederlanders en Europeanen is het natuurlijk gunstig dat de Verenigde Staten zich onder Biden weer gaan aansluiten bij de Parijs Akkoorden. Als de grootste economie en ’s werelds op-één-na-vervuilendste land dat niet doet, dan wordt het bedwingen van het klimaatprobleem namelijk een stuk moeilijker.
De achterstand die Amerika heeft opgelopen onder Trump heeft er wel toe geleid dat de Europese Unie nu wordt beschouwd als de wereldleider op het gebied van verduurzaming. De vergaande ambities van de Europese Green Deal en de astronomische bedragen die de Europese Commissie wil investeren (€ 1000 miljard over een periode van tien jaar) in de vergroening van ons continent kennen hun gelijke niet.
De achterstand die de Verenigde Staten heeft opgebouwd onder Trump zal dan ook niet zomaar worden ingelopen. Ook niet onder Biden. Een handtekening onder een verdrag neemt namelijk niet weg dat de president-elect thuis verschrikkelijk veel weerstand zal ondervinden van een klimaatsceptische bevolking en een Congres waarin hij geen comfortabele meerderheid heeft. Vanuit een koud economisch perspectief is dat, als koploper in economische duurzaamheid, waarschijnlijk in het voordeel van Europa. Op de hele lange termijn kunnen de gevolgen echter desastreus zijn. Zeker voor ons onder de zeespiegel liggende landje.