
De één zijn dood, de ander zijn brood: Hoe China garen spint bij de oorlog in Oekraïne
Dagelijks sijpelen er verschrikkelijke beelden binnen van het oorlogsgeweld in Oekraïne. Ze slaan in als een clusterbom in een porseleinwinkel en maken ons onomwonden duidelijk: er woedt oorlog in Europa. Door de afschuwelijke Russische invasie in de achtertuin van de EU is het niet moeilijk om de hoge heren in het Kremlin te beschouwen als de grootste dreiging voor het Westen en Westerse idealen. Oekraïne mag dan een geïsoleerd land zijn dat formeel buiten de EU en de NAVO ligt, maar in de harten en geesten van de meeste Europeanen en Amerikanen hoort Oekraïne er sinds twee weken volledig bij. Het is een Europees land, een democratie en – veel minder fraai, maar toch echt waar – het zijn witte mensen met culturele en religieuze gebruiken die relatief veel lijken op die van de meeste Europeanen. Velen herkennen zichzelf veel meer in een Oekraïner dan in een Syriër en daarom raken die beelden de meeste Nederlanders diep in de ziel.
Een te kort rokje
Daar komt ook nog eens bij kijken dat het geopolitieke speel zeer hoog gespeeld wordt. Ook al is de oorlog nauwelijks twee weken gaande, de kans is groot dat deze oorlog zich gaat ontpoppen tot het allergrootste gewapende conflict in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Daarbij is de kans dat de NAVO (en dus het Westen) hierin wordt meegezogen niet helemaal uitgesloten. De veelbesproken oostwaartse expansie van dit Westerse militaire samenwerkingsblok was immers de reden voor Poetin om Oekraïne binnen te vallen. Hoe idioot deze legitimering ook mag zijn, het maakt hem niet minder waar. Met zulke hoogoplopende spanningen tussen de grootste kernmachten ter wereld is de inzet hoog. Bizar hoog.
Laat één ding echter duidelijk zijn. Ik sta in dit conflict pal achter de Oekraïense regering en de internationale veroordelingen van de Russische invasie. Als doctorandus in de internationale betrekkingen ben ik al jaren erg goed bekend met het Russische narratief over oostwaartse NAVO-expansie en de gevaren die dit voor voormalige Oostbloklanden opwerpt. Dat betekent echter geenszins dat ik het ook maar een moment in mijn botte kop heb gehaald om te denken dat we het zelfbeschikkingsrecht van deze landen daarom maar in de wind moeten slaan omdat een zekere bedplassende dictator in het Kremlin anders een zenuwzinking krijgt. Zoals iemand op Twitter zeer terecht zei: de schuld voor deze oorlog bij Oekraïne of het Westen neerleggen is praktisch hetzelfde als een verkracht meisje de schuld geven vanwege een te kort rokje dat ze aanhad. Oekraïne is, net als Polen, Tsjechië, de Baltische landen en vrijwel alle andere voormalige Warschaupactlanden en Sovjetstaten, uit eigen beweging democratisch geworden met een westwaartse blik. En daar heeft het als soeverein land elk recht toe.

De zieke man van Europa
Hoe het conflict ook mag eindigen, Rusland zal er niet als winnaar uitkomen. Met zesduizend kernwapens op haar grondgebied is het grootste land ter wereld een gevaarlijke geopolitieke speler, maar daar houdt het eigenlijk op. Rusland is de zieke man van Europa zoals het Ottomaanse Rijk dat ruim honderd jaar geleden was. Een land met een krimpende, arme bevolking, een economie die leunt op sectoren die over een paar decennia niet meer bestaan (kool, gas, olie en zware industrie) en een bruto nationaal product dat net zo groot is als die van België en Nederland samen.
Kortom, de hoogtijdagen van de Sovjet Unie zijn een herinnering aan een ver verleden. Wat is overgebleven is een stervende regionale macht die pretendeert iets te zijn wat het niet is: een grootmacht. Vaak letterlijk nog met de spullen uit Sovjetperiode. Bijvoorbeeld de zesduizend kernbommen waarop het Kremlin zit.
Dit gegeven zorgt ervoor dat de oorlog in Oekraïne niet meer is dan een versneld doodvonnis. Het gaspen van een oude man die in een laatste opwelling de porseleintafel omdondert met zijn wandelstok. Dat is hoe ik naar deze invasie kijk en waarom ik het tot op het laatste moment eigenlijk niet wilde geloven. Rusland heeft bij lange na niet de vele miljarden die het moet ophoesten om Oekraïne te veroveren laat staan te bezetten. Het was al voor de invasie een oorlog die het niet kon winnen.
Met 41 miljoen inwoners is Oekraïne niet het kleine Georgië of Tsjetsjenië, maar een geduchte tegenstander. We zien nu al hoeveel moeite Russische troepen hebben om het land te bezetten, maar het wordt pas echt een hel wanneer het Oekraïense verzet ondergronds zou gaan. Vietnam, Afghanistan en Irak zijn voorbeelden van de afgelopen decennia wat binnenvallende grootmachten in zulke omstandigheden kunnen verwachten. Laat staan een uitgeholde middelmacht met weinig spek op de botten om een jarenlange guerrillaoorlog het hoofd te kunnen bieden. Als Poetin en de zijnen het niet snel voor elkaar krijgen om in Oekraïne te bereiken wat ze willen dan staat er meer op het spel dan heel veel doden en gezichtsverlies. Er is een reële kans dat dan de steenrijke miljardairsklasse het Russische volk of de talloze deelrepublieken met minderheden dan in opstand komen. Poetin en de zijnen zijn gewaarschuwd.
Oekraïne: een simulatie voor Taiwan
Hoe dreigend de huidige situatie dus ook is, we moeten ons niet inbeelden dat dit een beschavingsstrijd tussen het democratische Westen en het Autocratische Oosten is. Rusland is simpelweg te zwak om het Westen daarin uit te kunnen dagen. Rusland is een ontregelaar, een onvoorspelbare middenmacht die boven haar gordel bokst. Meer niet. De Westerse respons op Ruslands misdaden in Oekraïne zijn hoogstens een generale repetitie, een stresstest voor de daadwerkelijke krachtmeting tussen Oost en West die pas over heel wat jaren zal gaan plaats vinden. Vele duizenden kilometers verderop is er een land dat met veel geduld en interesse dit conflict aanschouwt. Enerzijds omdat het veel overeenkomsten heeft met Rusland en anderzijds omdat haar eigen ambities ook heftige reacties vanuit het Westen zullen ontlokken wanneer deze worden verwezenlijkt.
Ik heb natuurlijk over China: de gedoodverfde grootmacht van de 21e eeuw. De Russische invasie van Oekraïne is voor dit land in veel opzichten de perfecte simulatie. De inlijving van een afvallig gebied dat is bewierookt door de Westerse verleidingen van democratie en kapitalisme en dat terug moet worden gebracht in de moederschoot is een opgave die voor zowel Rusland als China geldt. Voor de Russen is dit onder meer Oekraïne en voor de Chinezen is dit in de eerste plaats Taiwan.
Wie denkt dat China zich hierdoor pal achter de Russen schaart komt bedrogen uit. China houdt zich onopvallend op de achtergrond en heeft in de VN Veiligheidsraad de Russische invasie noch goedgekeurd noch afgekeurd. Niet uit angst voor Westerse sancties, maar omdat de stervende zwaan die Rusland heet niet de moeite waard is om voor op een heuvel te sterven. China’s strijd komt nog en dat weet het. Leider Xi Jinping en de communistische partij hebben ondubbelzinnig de ambitie uitgesproken om – voor 2048 – het afvallige Taiwan in te lijven en de nummer één in de wereld te zijn: op alle mogelijke fronten, dus ook als voornaamste wereldmacht.
Het enige obstakel dat deze ambities in de weg ligt zijn de Verenigde Staten. De Amerikanen zijn niet bereid om hun huidige status als voornaamste wereldmacht aan de Chinezen te overhandigen en de lakmoesproef hiervoor zal Taiwan zijn. In hoeverre zullen de Amerikanen bereid zijn om de Taiwanese democratie te beschermen? Dat is de grote vraag en in veel opzichten ook de ultieme stresstest voor de huidige wereldorde, die nu nog door het Westen wordt bepaald.
Wat de Chinezen nu observeren is een Westen dat keiharde sancties invoert tegen Rusland, wapens levert, maar verder eigenlijk niet zoveel. Geen oorlogsverklaring, geen no-flyzone in Oekraïne, niet eens een totale stop van de gastoevoer van Rusland naar Europa. Het is niet niks, dat moet zeker gezegd worden en het China van 2022 zal niet bereid zijn om dergelijke sancties te riskeren omwille van Taiwan – daarvoor is China nog te afhankelijk van de handel met het Westen – maar het is niet genoeg om China ervan te weerhouden om haar meest begeerlijke ambitie te verzilveren.
Kinmen: Een invasie in de maak?
Momenteel is China doelbewust naar strategische en economische onafhankelijkheid toe te bewegen. Het wil een hoogwaardige economie worden waar export naar Westerse landen niet meer de primaire inkomstenbron vormt, maar de koopkracht van de eigen Chinese burger. Een economie dat een monopolie heeft op cruciale productieketens zoals halfgeleiders, zonnepanelen, batterijen en hightech. In andere woorden: de Chinezen willen een wereld creëren waarin het Westen afhankelijk is van China en niet andersom en daarmee zijn ze goed op weg. Zo is het slagen van onze duurzame energietransitie afhankelijk van Chinese goodwill. De kobalt, lithium en grafiet die in de batterijen van elektrische auto’s zit zijn bijvoorbeeld vrijwel volledig in handen van Chinese bedrijven. Op het moment dat niet Westerse, maar Chinese consumenten de belangrijkste afnemers zijn van deze goederen dan zijn Westerse sancties hooguit een vervelende bijkomstigheid.

Op de korte termijn zie ik China geen poging doen om Taiwan te annexeren. Niet alleen zou het Volksbevrijdingsleger dezelfde felle weerstand kunnen verwachten als de Russen nu ondervinden in Oekraïne, maar Taiwan is ook nog eens eiland. Dat werpt logischerwijs nog veel meer uitdagingen op. Uitdagingen die het nu niet kan permitteren.
De annexatie van heel Taiwan laat dus nog wel even op zich wachten, daarvan ben ik van overtuigd. Dit geldt mogelijk echter niet voor alle gebieden die onder controle van Taipei staan. Weinig mensen weten dat er, net buiten de Chinese kuststad Xiamen, een aantal Taiwanese eilanden liggen met zo’n 130.000 inwoners. Kinmen, zoals deze archipel heet, vormt een makkelijke eerste prooi voor Beijing. Een test voor China om te kijken hoe de wereld reageert. Een test die we misschien al op korte termijn kunnen verwachten.
De geest uit de fles
Als ook maar dit kleine deel van Taiwan zal worden ingelijfd zonder significante tegendraadsheid van het Westen dan staat er weinig in de weg voor China om haar macht verder projecteren. Dan zal er voor China een deur zijn geopend om een assertiever en mogelijk agressiever beroep te doen op andere territoriale claims naast Taiwan. Ook hier ligt mogelijk één van de Chinese redenen om geen alliantie met Rusland aan te gaan. Hoewel er nu nog geen officiële claim is, is het niet ondenkbaar dat Beijing in de toekomst de Primorsky Krai (oost-Siberië) als rechtmatig Chinees gebied zal gaan beschouwen. Een gebied dat ooit onder Chinees bestuur stond, maar tijdens de Chinese Eeuw van Vernedering (negentiende eeuw) onder Russische heerschappij kwam.
China kent nu een ongelukkige toegang tot de wereldzeeën, maar met Taiwan en Vladivostok in handen zou dit radicaal veranderen. Dan ligt de wereld letterlijk open voor China om een gooi te doen naar de positie van voornaamste wereldmacht. En zoals de Thucydidesval ons leert eindigen de meeste worstelingen tussen hegemonieën en aspirant hegemonieën in oorlog. Een oorlog tussen China en de Verenigde Staten zou niets minder betekenen dan een Derde Wereldoorlog, dus laten we hopen dat het niet zo’n vaart zal lopen.
Hoe het ook zal lopen: de oorlog in Oekraïne vormt een belangrijke stresstest voor de positie van het Westen en de waarden waarvoor het zegt te staan: met name democratie, soevereiniteit en zelfbeschikkingsrecht. De harde sancties tegen Rusland laten er geen gras over groeien en geven duidelijk blijk van het feit dat het versplinterde en zwakker wordende Westen sterk en eensgezind kan reageren als het moet. Of het genoeg is om China en andere autocratische landen ervan te weerhouden om de Westerse wereldorde omver te werpen valt te bezien. Hoeveel kritiek ik ook mag hebben op het Westen (want laten we bijvoorbeeld niet vergeten dat de invasie van Irak in 2003 even smerig was als wat de Russen nu in Oekraïne doen), ik ben bang dat een wereld waarin de autocratische waarden van China domineren vele malen zwartgalliger zal zijn. Nu pretenderen landen tenminste nog dat ze democratisch zijn.